Het realisme

Ontstaan

De industriële omwenteling die in Engeland was begonnen, zette zich vanaf 1850 in heel Europa door. De huisnijverheid verdween en de mensen trokken massaal van het platteland naar de stad, op zoek naar het hun beloofde werk. Europa werd kleiner door de aanleg van waterkanalen en spoorwegen. Vanuit deze vernieuwingen ontstond er ook een nieuwe literatuur- en kunststroming: het realisme.

Situering

Als reactie op de romantiek ontstond het realisme. Het realisme kwam eerst op in Frankrijk, Engeland en Duitsland. Later verspreidde het realisme zich naar Rusland en de verdere Scandinavische landen. 







Woordvoerder van het realisme is de Duitse filosoof Immanuel Kant. Hij is de eerste die de tegenstelling idealisme- realisme creëert. Hij maakt een verschil tussen de objectieve werkelijkheid en de ideeën van mensen.

Kenmerken

Literatuur


Tijdens deze periode ging de aandacht naar de werkelijkheid van het dagelijkse leven. Kunst draaide vanaf dan weer om de gewone man, de landbouwer op het veld, de arbeider in de fabriek. De realistische literatuur rekent af met idealisme en de vlucht van de romantiek en sluit op die manier aan bij de rationalistische en burgerlijke mentaliteit van die tijd. Enkele auteurs zagen het hun roeping om een correct beeld op te hangen van een veranderende maatschappelijke werkelijkheid. Literatuur moest de vertegenwoordiging zijn van de sociale en politieke werkelijkheid. Zo ontstond de sociale roman waarin de psychologische ontwikkeling van de personages parallel loopt met de maatschappelijke evolutie. Er werd komaf gemaakt met de ontgoocheling die men in de romantiek beschreef. Men wilde de levensproblematiek zoals die in de romantiek werd beschreven, niet meer ontwijken, maar men wilde de lezers op de realiteit drukken. In het realisme was er ook geen plaats meer voor de filosofische interpretaties: natuurwetenschappelijk onderzoek won aan vertrouwen.
De realistische schrijver registreerde enkel de feitelijkheden. Hij streefde hierbij naar zakelijkheid en objectiviteit.

Doordat de realistische auteurs de werkelijkheid onder de loep namen, werden ook de armoede en de noden van de arbeider en het gewone volk herkend. De beschreven arbeider wordt niet als minderwaardig persoon beschouwd, maar als iemand die trots mag zijn op zijn prestatie.

 In de literatuur worden daarom romans gebruikt om de pijnlijke situatie van de arbeidersklasse aan te kaarten (zie fragment uit Daens). Een realist wil de fantastische elementen, zoals die er in de romantiek zijn, vermijden. Er worden nieuwe thema's onderzocht, bijvoorbeeld seksualiteit, erotiek en het alledaagse. Een realist gaat in zijn werken de eigentijdse politieke, maatschappelijke en economische realiteiten uitbeelden, en dat zonder taboes. De realist richt zich naar het heden, en niet meer naar het verleden (= kenmerk van de romantiek). De realistische kunstenaars lieten de sombere kant van alledag uitschijnen door donkere kleuren te gebruiken of door werkende mensen af te beelden. Kortom, de kunstenaars uit deze stroming bleven trouw aan wat ze zagen. Verbloemingen waren uit den boze.

Gustave Flaubert (1821- 1880) is één van de grondleggers van het realisme in de literatuur. Zijn meesterwerk is “Madame Bovary” (1857), dat zinspeelt op de barbaarsheid van de verstedelijking en de industrialisering. Algemeen geldt het werk van Flaubert als antiburgerlijke kritiek op het politiek- sociale systeem van zijn tijd. Hij schetst eveneens de pijnlijke jeugd van de jonge fabrieksarbeiders. De werken van Flaubert hebben de baan vrij gemaakt voor het naturalisme (zie pagina naturalisme).


Fragment uit De "Villa des Roses"

De 'Villa des Roses' waarin het echtpaar Brulot te eten gaf en kamers verhuurde, stond in de rue d'Armaillé, een straat van weinig aanzien in het overigens breed aangelegd Quartier des Ternes. En zoals de straat was, zo was ook het huis, dat slechts één verdieping had, terwijl de buurt heinde en ver volgestouwd was met huizen van vijf en zes verdiepingen, die aan weerszijden torenhoog boven de 'Villa' uitstaken.

Uit Willem Elsschot, Villa des Roses (1910)


Fragment uit Daens

Kunst


Ook in de kunst verzetten zich enkele schilders zich tegen de dromerige en overdreven stijl van de romantiek. De realistische schilderkunst beeldt alledaagse gebeurtenissen af, zoals arbeiders aan het werk in de fabrieken of landbouwers op het land. 
De schilders gebruikten veel bruintinten en realistische verhoudingen en kleuren. Naar het voorbeeld van de Engelse kunstenaars begonnen de schilders “en plein air” schilderen; direct in de natuur, om zo natuurgetrouw mogelijk bomen, planten en dieren te kunnen weergeven. Grondlegger en woordvoerder van de realistische schilderkunst is Gustave Courbet. Met zijn eerste werken won hij meteen prijzen op de vermaarde Salon van Parijs (= grote kunsttentoonstelling, die vooral in de 19e eeuw belangrijk was. Aanvankelijk werden enkel vooraanstaande kunstenaars uitgenodigd om hun werk tentoon te stellen. Vanaf 1848 werd de selectie minder streng, maar konden sommige kunstenaars de toegang geweigerd werden). Courbets werk evolueerde en snel werden diezelfde werken door de Salon geweigerd, omdat ze als te controversieel werden beschouwd. In 1855 gaf Courbet dan zelf een tentoonstelling die hij “Het realisme” noemde. De stroming dankt zijn naam aan deze tentoonstelling. Gustave Courbet had zo een grote invloed op andere kunstenaars, dat het realisme sinds Gustave Courbet altijd aanhangers heeft gevonden. De gehele 19e en 20e eeuw zijn er talloze schilders geweest die realistische kunstwerken en variaties hierop hebben geschilderd.
Jean François Millet wordt eveneens beschouwd als een belangrijke kunstenaar van realisme. 



Gustave Courbet - Un enterrement à Ornans

Gustave Courbet - Le Désespéré



Jean-François Millet - Les bucherons


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.